La boda sefardi (het sefardische huwelijksfeest) wordt opgeluisterd door tal van liederen die vaak met humor maar steeds met ritme bepaalde stadia in dit feest markeren en beschrijven. Van het ketubá (contract) dat de families bindt tot het afscheid van de jonge vrouw die het ouderlijk huis verlaat voor haar nieuwe leven, via de presentatie van la dot ajuar of ajugar, het rituele bad, het opkleden van la novia (de verloofde), de stoet naar het huis waar het feest zal plaatsvinden en het feestmaal... nagenoeg alles wordt gezongen. 

Les tanaderas, de bespeelsters van de tamboerijn, zorgen ervoor dat het juiste lied wordt aangeheven op het juiste moment. Daarin wordt nu eens de schoonheid van de bruid bezongen, dan weer de rijkelijke geschenken, er wordt gelachen met de schoonmoeders - daarvoor moet je op je hoede zijn - en er wordt raad gegeven aan het jonge stel, het overvloedige feestmaal wordt bewonderd en de rituelen worden met poëzie of humor tot in detail beschreven...

Distributie:
Edith Saint-Mard stem
Romina Lishka viola da gamba
Bernard Mouton recorders
Philippe Malfeyt luit & guitern
Anne Niepold accordeon
Vincent Libert percussie